Wormen kweken om mee te vissen

Voor de vastestokvisser en de feederhengelaar is vissen ondenkbaar zonder wormen. Het lijkt er zelfs op dat er bij elk soort vis een soort worm past. Zo wordt de rode compost worm voornamelijk gebruikt voor het vangen van panvissen. En dan zijn er aardwormen zoals de regenworm voor grotere vissen, denk hierbij aan de meerval, de baars, en de snoek. Een vast ritueel voor sportvissers die regelmatig vissen is dat zij hun lokaas de avond ervoor of net voor het vissen kopen. Door zelf eigen wormen te kweken bespaar je in de kosten en verbeter je tegelijkertijd ook de bodem rond je huis. In de volgende stappen wordt er uitgelegd hoe je zelf wormen kweekt.

Stappen

Pdf downloaden

1
Een wormenbak opzetten. Met een wormenbak hou je de kweekgrond bijeen waarin je de wormen wilt gaat kweken. Er zijn verschillende materialen geschikt zijn voor een wormenbak, en je kan zelf de grootte bepalen van jouw wormenbak.
- Ideale afmetingen zijn er niet, want dat hangt af van het aantal wormen dat je wilt gaan kweken, je gebruikt afmetingen dat voldoet aan jouw gewenste resultaat. Een redelijke grootte voor een wormenbak is tussen de 90 cm en 180 cm lang, 60 cm tot 120 cm breed en 30 cm tot 60 cm diep.
- Je kan zowel binnenshuis als buitenshuis wormen kweken, dat hangt ook een beetje van het klimaat af en jouw locatie. Plaats de wormenbak ergens waar er veel schaduw is, en waar het tijdens de winter niet vriest. En enkel voor kleine wormbakken is een bodem noodzakelijk, waardoor je jouw kweekstation kunt verplaatsen als dat nodig zou zijn. Maar plaats deze dan wel ergens niet te hoog van de grond. Als je niet wilt dat de wormen zouden kunnen ontsnappen, voeder ze dan regelmatig, of bouw een dak met afgoot voor jouw wormenbak, maar vergeet dan niet jouw grond vochtig te houden. Of bedek de bak met gaas als je in een omgeving woont waar er veel merels en roodborstjes zijn.
- De poreusheid van hout is een natuurlijke keuze voor het maken van wormbakken, je kunt hierbij dunne balkjes gebruiken voor de basis en latten voor de structuur. En met een houten bak hoef je enkel de rottende stukken te vervangen wanneer dat nodig is. Op deze manier hoef je dan geen behandeld hout aan te schaffen.
- Heb je een buiten waar je iets permanent kunt plaatsen, dan zijn gevelstenen zeker een te overwegen keuze. Gevelstenen kunnen dan gebruikt worden voor de basis van een wormenbak.
- Een draadomheining opstellen en bedekken met gaas is een eenvoudige en snelle oplossing, daarnaast heb je dan enkel een stuk worteldoek nodig om de randen te bepalen. Het worteldoek zorgt er niet alleen voor dat jouw wormenbak kan ademen, het bakent de wormen ook af zodat ze niet wegkruipen.
- Als je bepaalde materialen niet kunt vinden, of niet meteen voorhanden zijn, dan kan een doos vervaardigd uit piepschuim best gebruikt worden als vervanging voor een wormenbak.
Vul de bodem met zand en verspreid een redelijke laag veenmos overheen, je mag de bedding zelfs tot de helft vullen, zorg dat je voldoende kweekgrond of veenmos gebruikt. Naast bescherming tegen fel zonlicht, zorg je ook voor schaduw boven jouw wormenbak. Wormen drogen namelijk uit als ze aan direct zonlicht worden blootgesteld.
3
Besproei het veenmos, eerst een redelijke hoeveelheid water met een tuinslang bijvoorbeeld en daarna regelmatig bewateren met een gieter om het veenmos ten allen tijde vochtig te houden. Ideaal is wanneer de grond sponzig aanvoelt en niet volledig doorweekt is.
- Geef ook niet te veel water. Door te veel water te geven kunnen er zich plasjes vormen waarin wormen kunnen verdrinken. Ondanks de absorberende eigenschap van een worm, kan een plas water voldoende zijn voor een worm om daarin te verdrinken.
Kies hierbij voor een wormsoort dat kan gedijen in het klimaat waarin je wilt gaan kweken. Je kan hiervoor enerzijds wormen kopen in een aas en lokaas winkel of bestellen bij een groothandel of verdeler. Zelf wormen kweken levert algauw ongeveer tussen anderhalf en twee dozijn wormen per halve vierkante meter.
Ze zoeken dan warmere grond en bevriezen als ze naar de oppervlakte komen. Om dit te vermijden houd je best bodem boven vriestemperatuur. Houd de temperatuur ergens tussen 5 en 10 graden boven nul.
6
Zorg voor voldoende verluchting. De veenmos of andere ondergrond die je hebt gebruikt moet los aanvoelen zodat lucht en zuurstof zich kan verspreiden. Als je niet poreuze materialen gaat gebruiken als basis voor je wormenbak, zorg dan voor verluchtingsgaten om de luchtcirculatie te bevorderen.
- De temperatuur heeft een directe invloed op zuurstofwaarden. Hoe warmer of natter de bodemgrond is, des te minder zuurstof er is in de wormenbak.
7
Voeder de wormen regelmatig. Niettegenstaande dat wormen voedingsstoffen uit de grond kunnen trekken, moet je voor aanvullende voedingstoffen zorgen door de grond te bemesten met zaken als koffiegruis, gemaaid gras, paardenmest, zetmeel, of nat gebladerte. De verhouding is een halve kilo restafval voor elke halve kilo aan wormen in jouw kweekbak. Sommige sportvissers die zelf hun aas kweken zweren bij eerst het vermengen van de bodemgrond met de compost, en de wormen er dan pas aan toe te voegen.
- Teveel voederen kan warmte afgeven, dit door het afbraakproces dat restaval ondergaat, en als de grond nog vochtig is, kan het voorkomen dat er zich schimmel gaat vormen, waardoor dit mieren, mijten, en kakkerlakken kan aantrekken, die op hun beurt dan knaagdieren kunnen aantrekken zoals muizen en ratten.
Gebruik hiervoor een rakel en hark door de bak heen om de wormen naar de kant te verplaatsen. Verwijder de grond waarvan je de wormen gescheiden hebt en gebruik deze grond als extra mest voor je tuin of moestuin. En vul je wormenbak terug aan met verse grond en veenmos.
Advertentie

Tips

Als je meer wormen oogst dan dat je zelf verbruikt, dan kun je je overschot verkopen of bijvoorbeeld weggeven aan een lokale jeugdbeweging. Zij kunnen deze dan verkopen om hun schatkist aan te spekken.
Wanneer je gaat vissen, neem dan enkel de hoeveelheid mee waarvan je denkt voldoende te hebben voor die dag. Je kunt de wormen bewaren in plastic doosjes die speciaal daarvoor gemaakt zijn. Deze doosjes hebben poreuze wanden en vergemakkelijken het transporteren van wormen. Hetzelfde kan ook met een leeg roomijsdoosje. Gebruik grond of veenmos voor de bodem en prik gaten in de zijwanden of deksel voor luchtcirculatie.
Wormen moeten uit direct zonlicht gehouden worden, en als je vaststelt dat er wormen naar de oppervlakte kruipen, plaats dan een lamp over de wormenbak om te vermijden dat de wormen wegkruipen. De wormen verwarren dan de lamp met de zon en blijven hierdoor onder de grond.

Advertentie