Slagen voor een proefwerk zonder te studeren

Pdf downloaden

Pdf downloaden

In dit artikel:

Het proefwerk lezen en begrijpen

Moeilijke vragen op het proefwerk beantwoorden

Meerkeuzevragen aanpakken

Het beste antwoord kiezen bij waar/onwaar-vragen

Je mentale toestand verbeteren voor het proefwerk

Overige secties weergeven...

Secties verbergen...

Tips en waarschuwingen

Gerelateerde artikelen

Bronnen

Als je een proefwerk hebt waarvoor je niet hebt gestudeerd, dan zou je je wel eens ernstig zorgen kunnen maken of je het wel zult halen. Terwijl ruim van tevoren studeren voor een proefwerk de beste strategie is om te slagen, is het mogelijk dat je nog steeds in staat bent om het te halen, ook als je niet hebt gestudeerd. Je kunt een combinatie van goede proefwerktechnieken toepassen, zoals de vragen zorgvuldig lezen, eenvoudige vragen als eerste beantwoorden en trucs om meerkeuze- en waar/onwaar onderdelen van het proefwerk door te komen. Het is ook belangrijk om goed uitgerust, gevoed en ontspannen aan het proefwerk te beginnen!

Stappen

Methode 1

Methode 1 van 5:

Het proefwerk lezen en begrijpen

Pdf downloaden

1. 
   1
   Luister goed naar de instructies van de docent. Kijk voordat je begint met het lezen van het proefwerk naar je docent en luister naar zijn of haar instructies. Let goed op de instructies over het proefwerk die je docent benadrukt. Je docent kan iets benadrukken door het te herhalen of het te noteren op het bord. Je moet ook een aantekening maken van alles wat je docent zegt dat je kan helpen om het proefwerk met succes te maken.

   • Als je docent bijvoorbeeld zegt dat er geen straf is voor het raden als je het antwoord niet weet, dan weet je dat je elke vraag op het proefwerk moet beantwoorden.
   • Zorg ervoor dat je vragen stelt als er iets onduidelijk is over wat je docent zegt. Je krijgt waarschijnlijk de gelegenheid om vragen te stellen, maar zo niet, steek dan je hand op!
2. 
   2
   Lees de test een keer door voordat je vragen beantwoordt. Het proefwerk een keer volledig doornemen is essentieel omdat het je de mogelijkheid biedt om de informatie in het proefwerk te bekijken, na te denken over hoe je bepaalde vragen gaat beantwoorden en vragen op te merken die je niet begrijpt. Lees het hele proefwerk een keer door en noteer alles wat je belangrijk vindt.

   • Als je bijvoorbeeld een vraag tegenkomt die op manier is geformuleerd waar je niets van begrijpt, maak er dan een aantekening van en vraag je docent om extra uitleg.
3. 
   3
   Bepaal hoeveel tijd je aan elke vraag moet besteden. Afhankelijk van hoeveel tijd je hebt om het proefwerk af te maken en hoeveel vragen er zijn, heb je misschien een strak schema om je aan te houden. Besteed niet te veel tijd aan het bepalen van hoe lang je aan elke vraag moet besteden. Maak gewoon een snelle inschatting.

   • Als het proefwerk bijvoorbeeld 50 meerkeuzevragen heeft en je hebt 75 minuten voor het proefwerk, dan heb je ongeveer 1,5 minuut per vraag.
   • Zorg ervoor dat je extra tijd vrijmaakt voor vraagstukken. Als je bijvoorbeeld 60 minuten hebt om 30 meerkeuzevragen en 2 vraagstukken te beantwoorden, dan moet je waarschijnlijk een minuut aan elke meerkeuzevraag besteden en jezelf 15 minuten per vraagstuk gunnen.
4. 
   4
   Schrijf alles op wat je denkt dat je misschien vergeet. Voordat je begint met het invullen van antwoorden, kan het nuttig zijn om alle informatie op te schrijven die je nodig hebt om bepaalde vragen te beantwoorden en waarvan je bang bent dat je het misschien vergeet tegen de tijd dat je bij de vraag aan bent gekomen.

   • Zo zou je bijvoorbeeld wiskundige formules kunnen opschrijven die je nodig hebt, feiten die je in een antwoord voor een vraagstuk kunt opnemen, of de data van enkele belangrijke gebeurtenissen die je in het meerkeuzegedeelte hebt opgemerkt.
   Advertentie

Methode 2

Methode 2 van 5:

Moeilijke vragen op het proefwerk beantwoorden

Pdf downloaden

1. 
   1
   Beantwoord de makkelijkste vragen eerst en sla de rest over. Begin met het beantwoorden van vragen waarop je de antwoorden weet en sla de andere vragen over. Je kunt er later op terugkomen. Dit zal je helpen om wat vaart te krijgen en het vertrouwen op te bouwen om de moeilijker delen van het proefwerk aan te pakken. Het zal ook helpen om de kans te vergroten dat je slaagt, door ervoor te zorgen dat je zoveel mogelijk punten krijgt.

   • Als je bijvoorbeeld de antwoorden op sommige meerkeuzevragen kent, beantwoordt je die vragen eerst en sla je de vragen die je niet weet over.
   • Keer terug naar de vragen die je hebt overgeslagen nadat je klaar bent met het beantwoorden van de vragen die je weet.
2. 
   2
   Gok moeilijke vragen als er geen straf is voor foutieve antwoorden. Als je vast komt te zitten op een vraag waar je het antwoord niet op weet, dan moet je misschien gewoon raden. Verzeker je er wel van dat je niet wordt gestraft voor een foutief antwoord. Als dit wel het geval is, dan kun je deze vragen misschien beter leeg laten.

   • Strafpunten betekent dat je extra puntenaftrek krijgt voor foutieve antwoorden. Als je bijvoorbeeld een extra aftrek krijgt voor foutieve antwoorden, maar je krijgt alleen nul punten als je een antwoord blanco laat, laat die dan ook leeg.
3. 
   3
   Omcirkel trefwoorden in moeilijke vragen. Als je een vraag tegenkomt waarop je het antwoord niet weet, kun je misschien je kansen verbeteren door de trefwoorden te omcirkelen. Omcirkel alle woorden die je opvallen als belangrijke termen en kijk of dit je helpt om de vraag te begrijpen en te beantwoorden.

   • Als de vraag bijvoorbeeld is: 'Wat is het belangrijkste verschil tussen mitose en meiose?' dan zijn de trefwoorden 'verschil', 'mitose' en 'meiose'. Je zou je op deze termen kunnen richten om te bepalen hoe je de vraag moet beantwoorden.
4. 
   4
   Herschrijf moeilijke vragen in je eigen woorden. Als je een vraag tegenkomt die op een voor jou moeilijk te begrijpen manier is geformuleerd, probeer dan de vraag in je eigen woorden te herschrijven. Dit kan helpen om je wat duidelijkheid te geven over wat de vraag inhoudt en hoe je die het beste kunt beantwoorden.

   • Als de vraag bijvoorbeeld luidt: 'Wat was de opmerkelijkste prestatie van Louis Pasteur die ook zijn naam deelt', dan zou je de vraag kunnen herschrijven tot: 'Welk belangrijk ding heeft Louis Pasteur gedaan dat naar hem is vernoemd?'
5. 
   5
   Bekijk je antwoorden en voeg meer details toe als er tijd over is. Als je eenmaal klaar bent met het beantwoorden van alle vragen op het proefwerk, heb je misschien nog wat tijd over. Als je dat doet, neem dan het proefwerk nog eens door en bekijk je antwoorden. Concentreer je op de vragen waar je niet zeker van was of die je slechts minimaal hebt beantwoord. Voeg details toe en verduidelijk je antwoorden zoveel mogelijk.

   • Afhankelijk van hoeveel tijd je nog hebt, moet je het nogmaals overkijken inrichten. Als je bijvoorbeeld nog 10 minuten over hebt, dan heb je misschien tijd om je hele proefwerk snel door te nemen. Als je nog twee minuten over hebt, bekijk dan alleen nog een paar vragen waar je onzeker over bent.
   Advertentie

Methode 3

Methode 3 van 5:

Meerkeuzevragen aanpakken

Pdf downloaden

1. 
   1
   Kies de meest gedetailleerde antwoordoptie. Als de vraag meerkeuze is, kies dan het antwoord op de vraag die het langst en het meest specifiek is. Dit is vaak het juiste antwoord.

   • Als de vraag bijvoorbeeld een kort, vaag antwoord geeft voor een paar van de opties en vervolgens een langer, gedetailleerder optie-antwoord voor een van de opties, dan is het langere antwoord waarschijnlijk juist.
   • Soms worden er lange en bijzonder gedetailleerde antwoorden gegeven om je te laten geloven dat dit het beste antwoord is. Gebruik je eigen inzicht om te bepalen of het antwoord het beste past bij de vraag.
2. 
   2
   Zoek naar taalkundige overeenkomsten tussen de vragen en de antwoorden. Het juiste antwoord is vaak grammaticaal correct als het samen met de vraag wordt gelezen en/of qua taal vergelijkbaar is met de vraag. Lees de vraag en daarna elk van de antwoorden, om te zien welk antwoord correct klinkt.

   • Als de vraag bijvoorbeeld in de verleden tijd is gesteld en slechts een van de antwoorden is in de verleden tijd geschreven, dan kan dit het juiste antwoord zijn.
   • Als de vraag bepaalde termen bevat die ook in een antwoord voorkomen, dan kan dit het juiste antwoord zijn.
3. 
   3
   Selecteer de gemiddelde numerieke keuze van de opties. Als je het juiste numerieke antwoord probeert te vinden, kies dan een getal in het midden van de gegeven reeks getallen.

   • Als de mogelijke antwoorden bijvoorbeeld 1, 3, 12 en 26 zijn, dan is 12 een goede gok, omdat het ongeveer halverwege tussen 1 en 26 ligt.
4. 
   4
   Selecteer C of B als je het gewoon niet weet. Kies bij twijfel voor C of B bij meerkeuzevragen. C is het meest voorkomende antwoord op meerkeuzevragen en B is het op één na meest voorkomende antwoord. Kies C als je niet zeker weet welk antwoord je moet kiezen en kies B als C niet juist lijkt.

   • Als je bijvoorbeeld een vraag tegenkomt waarvan je niet weet wat het juiste antwoord zou kunnen zijn, kies dan voor C. Als je echter denkt dat C onjuist is, maar niet kunt beslissen welke van de andere antwoorden juist zou kunnen zijn, kies dan voor B.
5. 
   5
   Selecteer 'alle bovenstaande' als het wordt gegeven, maar vermijd 'geen van bovenstaande'. Geen van bovenstaande' is zelden het juiste antwoord, maar 'alle bovenstaande' is vaak wel juist. Het gebruik van deze regel kan je helpen je keuzes te beperken als je niet zeker weet hoe je een vraag moet beantwoorden.

   • Als je bijvoorbeeld niet zeker bent van het antwoord op een vraag en 'alle bovenstaande' is een optie, kies deze dan. Als 'geen van bovenstaande' wordt aangeboden, dan kun je dat als mogelijk correct antwoord elimineren en je richten op je andere opties.
   Advertentie

Methode 4

Methode 4 van 5:

Het beste antwoord kiezen bij waar/onwaar-vragen

Pdf downloaden

1. 
   1
   Kies onwaar als de verklaring absolute kwalificaties bevat. Uitspraken die absolute uitspraken bevatten zijn zelden waar, dus kies voor onwaar als je dit soort uitspraken tegenkomt. Absolute uitspraken bevatten woorden als:

   • Nee
   • Nooit
   • Niemand
   • Alle
   • Allemaal
   • Altijd
   • Volledig
   • Alleen
2. 
   2
   Kies waar voor verklaringen met minder extreme kwalificaties. Als een verklaring een kwalificatie bevat die niet absoluut is en die redelijker lijkt, dan is het waarschijnlijk waar. Minder extreme kwalificaties zijn onder andere:

   • Zelden
   • Soms
   • Vaak
   • Meeste
   • Veel
   • Meestal
   • Sommige
   • Weinig
   • Algemeen
   • Normaliter
3. 
   3
   Kies onwaar als een deel van de verklaring onwaar is. Het maakt niet uit of de hele stelling onwaar is of dat slechts een woord of zin in de stelling onwaar is. Als een deel van een verklaring onwaar is, kies dan onwaar als je antwoord.

   • Als bijvoorbeeld een uitspraak meestal waar is, op een woord na, dan is die uitspraak onwaar.
4. 
   4
   Let op woorden die de betekenis van de stelling kunnen veranderen. Bepaalde woorden kunnen de betekenis van een stelling veranderen, dus is het belangrijk om hierop te letten en te overwegen hoe ze de stelling beïnvloeden. Een enkel woord kan de uitspraak waar of onwaar maken. Enkele woorden om op te letten zijn:

   • Dus
   • Daarom
   • Omdat
   • Hieruit volgt
   • Derhalve
   • Dus
   • Niet/kan niet
   • Zal niet
   • Niet
   Advertentie

Methode 5

Methode 5 van 5:

Je mentale toestand verbeteren voor het proefwerk

Pdf downloaden

1. 
   1
   Zorg voor een goede nachtrust. Goed uitgerust zijn verbetert je kansen om goed te presteren op een proefwerk, zelfs als je er niet voor gestudeerd hebt! Je zult helderder denken en minder snel eenvoudige fouten maken omdat je moe bent. Ga op tijd naar bed de avond voor een proefwerk.

   • Als je bijvoorbeeld normaal gesproken om 22.00 uur naar bed gaat, zorg er dan nu voor dat je om 22.00 uur al in bed ligt.
2. 
   2
   Eet een goed ontbijt op de dag van het proefwerk. Een proefwerk maken op een lege maag is een slecht idee, omdat je dan waarschijnlijk meer moeite hebt om je te concentreren. Eet een goed ontbijt de ochtend van het proefwerk om je hersenen te voeden en je te blijven concentreren. Enkele goede ontbijt-ideeën zijn:

   • Een kom havermout met verse bessen, walnoten en honing
   • Een hardgekookt ei, twee sneetjes beboterde volkoren toast en een banaan
   • Cottage kaas, fruitsalade en een muffin met zemelen
3. 
   3
   Gebruik ontspanningstechnieken om te kalmeren. Als je je gestrest voelt, kan het zijn dat je verstijft of in paniek raakt tijdens het proefwerk, en dit kan invloed hebben op je prestaties. Gebruik een ontspanningstechniek om in een rustige gemoedstoestand te komen voordat je het proefwerk aflegt, en je zult waarschijnlijk beter presteren. Enkele technieken om te proberen zijn:

   • Mediteren
   • Yoga
   • Buikademhalen
   • Progressieve spierontspanning
4. 
   4
   Visualiseer dat je de toets goed doorstaat. Positieve visualisatie kan helpen om je kans op slagen voor een test te verbeteren, en het kan ook helpen om een deel van je toets-angst te verlichten. Voordat je het proefwerk ingaat, sluit je je ogen en stel je je voor dat je de toets terugkrijgt met een ruime voldoende. Besteed ten minste een paar minuten aan deze verbeelding.

   • Hoe gedetailleerder je je visualisatie kunt maken, hoe beter! Concentreer je op de manier waarop het behaalde cijfer op het papier staat, de reactie van je docent en hoe je je zult voelen na het behalen van de voldoende.
5. 
   5
   Vermijd blokken voor de toets. Idealiter heb je weken of zelfs maanden gestudeerd in de aanloop naar een proefwerk, maar zo werkt het niet altijd. Als het je bedoeling was om te studeren, maar dat niet hebt gedaan en nu geconfronteerd wordt met een belangrijk proefwerk waar je niet goed op voorbereid bent, dan helpt blokken waarschijnlijk niet. Je kunt beter het proefwerk maken met wat je nu weet.

   • Als je het niet goed doet op dit proefwerk, richt je dan op het volgende proefwerk!
   Advertentie

Tips

• Maak een studieplan voor de volgende keer dat je een proefwerk moet maken. Dit zal je helpen om je studie over een lange periode te verdelen en zoveel mogelijk informatie te onthouden.
• Bedek de gegeven antwoorden en probeer vragen zelf te beantwoorden. Dit helpt je om je opties te beperken en zorgt ervoor dat je niet in de war raakt door de gegeven keuzes.
• Gebruik de vorige toetsen van je klas om te zien hoe ze typisch opgesteld zijn en wat voor soort vragen je docent stelt. Als je nog geen toets van deze docent hebt gehad, vraag dan om een voorbeeldtoets van het voorgaande jaar.

Advertentie