Voor pasgeboren puppy's zorgen

Pdf downloaden

Pdf downloaden

In dit artikel:

Een kraambox voorbereiden

De geboorte voorbereiden

Zorg bieden tijdens de eerste dagen na de geboorte

De puppy’s helpen drinken bij de moeder

Zorgen voor een weespuppy

Zorgen voor de gezondheid van jonge puppy’s

Overige secties weergeven...

Secties verbergen...

Tips en waarschuwingen

Gerelateerde artikelen

Bronnen

Het is enorm leuk als je een nestje puppy’s in huis verwacht, maar het is erg belangrijk dat je goed zorgt voor de moeder en de puppy’s. Met een goede verzorging blijven de moeder en de puppy’s gezond en voelen ze zich veilig. De methodes in dit artikel helpen je om zowel je hond als je huis klaar te maken voor de komst van de puppy’s, en helpen je ook om voor de puppy’s zelf te zorgen.

Stappen

Methode 1

Methode 1 van 6:

Een kraambox voorbereiden

Pdf downloaden

1. 
   1
   Kies een doos die een prettige maat heeft voor je hond. Een kraambox is de doos waarin de hond haar jonkies krijgt. Hij moet ook de puppy’s warm houden en voorkomen dat ze verpletterd worden doordat hun moeder op ze gaat liggen.

   • De doos moet vier zijden en een bodem hebben. Kies afmetingen waarin het teefje uitgestrekt kan liggen. Voeg haar halve lengte nog eens toe aan de breedte van de doos, zo heb je ook ruimte voor de kleintjes.
   • Zorg ervoor dat de zijkanten de juiste hoogte hebben zodat de jonkies erin blijven maar de moeder er makkelijk uit kan springen.
   • Je kunt een kraambox kopen in de meeste dierenwinkels. Je kunt ook een kartonnen doos gebruiken, of er eentje maken van hardboard of spaanplaat. Zoek twee grote, stevige dozen, bijvoorbeeld van een televisie of een huishoudelijk apparaat. Snijd van elke doos een zijkant uit en combineer ze tot één grote doos.
2. 
   2
   Maak ruimte voor de puppy’s. De puppy’s hebben een veilig plekje in de doos nodig waar de moeder niet op ze kan gaan liggen (dan zouden ze stikken). Markeer de extra breedte in de doos, en breng een stevige houten rand aan, ongeveer 10 – 15 cm boven de bodem.

   • Een bezemsteel kun je hier handig voor gebruiken.
   • Dit is vooral belangrijk wanneer de puppy’s meer dan 2 weken oud zijn en een beetje beweeglijker.
3. 
   3
   Bedek de bodem van de kraambox. Leg er lekker veel kranten in, en een paar dikke handdoeken. Je kunt ook een vetbed kopen, dat is een fleecedekentje dat het vocht wegleidt van de teef en de puppy’s.
4. 
   4
   Leg een verwarmingsmatje in het puppy gedeelte. Als je het puppy-gedeelte hebt gemaakt leg je in dit gedeelte een verwarmingsdekentje onder het papier. Als de puppy’s geboren zijn zet je dit verwarmingsdekentje aan op een lage stand. Zo blijven de puppy’s lekker warm als ze niet bij de moeder liggen.

   • Je kunt het ook proberen met een warmtelamp, die je op een hoekje van de doos richt om een warm plekje te maken. Het is wel zo dat een warmtelamp droge warmte produceert, waardoor de huid van de puppy’s kan uitdrogen. Als je een lamp moet gebruiken, zorg er dan voor dat je de puppy’s regelmatig nakijkt op schilfers of een rood huidje. Als dat gebeurt doe je de lamp weg.
   • Gebruik een warmwaterkruik die je in een handdoek wikkelt voor tijdelijke warmte.
5. 
   5
   Zorg voor een bedekking van de bovenkant van de doos; tijdens het werpen wil het teefje graag in een hol liggen. Dat geeft haar een gevoel van veiligheid en kan daardoor helpen de weeën te bespoedigen. Leg een grote handdoek of een deken over een deel van de doos om haar wat bedekking te geven.
6. 
   6
   Zet voer en water vlakbij de doos. Maak het voor je hond makkelijk om te eten en te drinken door ervoor te zorgen dat het dichtbij staat. Je kunt ook voer en water op de vaste plaats laten staan, maar als je hond weet dat er ook voer en water vlakbij de kraambox is voelt ze zich hier meer op haar gemak.
   Advertentie

Methode 2

Methode 2 van 6:

De geboorte voorbereiden

Pdf downloaden

1. 
   1
   Laat je hond kennis maken met de kraambox. Minstens 2 weken voor de uitgerekende datum laat je het teefje haar kraambox verkennen. Zorg ervoor dat hij ergens staat waar het rustig is. Ze zal in de komende tijd op een rustig plaatsje haar nest willen maken en zich op de geboorte voorbereiden.
2. 
   2
   Leg de lievelingssnoepjes van je hond in de doos. Om je hond te helpen wennen aan de doos leg je er regelmatig iets lekkers in. Ze gaat dan de doos zien als een rustig plekje met fijne dingen.
3. 
   3
   Laat je zwangere hond zelf de plek voor haar weeën uitkiezen. Maak je geen zorgen als ze dat niet in de kraambox doet. Ze kiest een plaats waar ze zich veilig voelt. Dat kan ook achter de bank zijn of onder het bed. Zolang er geen gevaar is dat ze zichzelf verwondt kun je haar met rust laten.

   • Als je probeert haar te verplaatsen kan ze van slag raken. Dat kan de weeën vertragen of zelfs stoppen.
4. 
   4
   Houd een zaklamp paraat. Als je teef besluit de weeën onder een bed of achter een bank te doorstaan, kan het handig zijn om een zaklamp bij de hand te hebben. Zo kun je kijken hoe het met haar gaat.
5. 
   5
   Houd het telefoonnummer van de dierenarts paraat. Programmeer het nummer van de dierenarts in je telefoon of plak een briefje op de koelkast. Als er een noodgeval dreigt wil je het nummer snel kunnen vinden.

   • Overleg met je dierenarts hoe je hem kunt bereiken als je hond ’s nachts gaat bevallen.
6. 
   6
   Zorg dat er een volwassene bij de bevalling aanwezig is. Er moet een vertrouwd persoon bij de hond blijven om te kijken of alles tijdens de geboorte goed gaat. Dit moet iemand zijn die de hond heel goed kent. Zorg dat er niet te veel mensen in en uit lopen in de ruimte waar de hond aan het bevallen is. Daardoor kan ze van slag raken en afgeleid worden, wat eventueel de weeën kan vertragen.
7. 
   7
   Laat geen bezoek toe bij de geboorte. Je hond moet zich concentreren op de bevalling. Ga geen buren, kinderen of vrienden uitnodigen om te komen kijken. Dat kan je hond van slag maken en de weeën vertragen.
   Advertentie

Methode 3

Methode 3 van 6:

Zorg bieden tijdens de eerste dagen na de geboorte

Pdf downloaden

1. 
   1
   Knip de navelstreng van de pup niet door. Als je de navelstreng doorknipt voordat de elastische bloedvaten zich hebben gesloten is de kans groot dat de puppy teveel bloed verliest. Laat de placenta intact. Hij droogt snel genoeg op, krimpt samen en valt er vanzelf af.
2. 
   2
   Blijf van het naveltje van de pup af. Je hoeft geen desinfecterend middel op de navel en navelstreng van de pup te smeren. Als je de kraambox goed schoon houdt blijft het naveltje vanzelf gezond.
3. 
   3
   Vervang de handdoeken en de kranten in de kraambox. Het is belangrijk de kraambox schoon te houden als de puppy’s geboren zijn, maar je moet er tegelijkertijd voor zorgen dat je het zogende teefje niet teveel stoort. Als de moeder even weg is om zich te ontlasten, haal je de vuile handdoeken weg en leg je schone neer. Gooi de vuile kranten weg en leg bij de eerste beste gelegenheid schone neer.
4. 
   4
   Laat de moeder en de puppy’s de eerste 4-5 dagen een band vormen. De eerste paar dagen van het leven van de puppy’s zijn van levensbelang om een band met hun moeder te vormen. Probeer de honden de eerste dagen zoveel mogelijk met rust te laten.

   • Beperk de eerste dagen het oppakken van de puppy’s zoveel mogelijk. Pak ze alleen op als je de doos moet schoonmaken, en dat doe je vanaf de derde dag.
5. 
   5
   Zorg ervoor dat de puppy’s het warm genoeg hebben. Gebruik je hand om aan het lijfje te voelen. Een onderkoelde pup voelt koel of koud aan als je hem aanraakt. Hij kan ook suffig zijn en niet reageren. Een oververhitte pup heeft rode oogjes en een rode tong. Hij kan ook extreem veel piepen, dat is voor een pup de beste manier om bij een warmtebron uit de buurt te komen.

   • De temperatuur van een pasgeboren puppy moet tussen de 35 en 37 graden Celsius liggen. Als ze twee weken zijn gaat dat omhoog naar 38 graden Celsius. Maar je hoeft geen thermometer te gebruiken. Overleg met je dierenarts als je twijfelt of vragen hebt.
   • Als je een warmtelamp gebruikt, zorg er dan voor dat je de puppy’s regelmatig onderzoekt op huidschilfers of een rode huid. Als dat gebeurt haal je de lamp weg.
6. 
   6
   Pas de kamertemperatuur aan. Pasgeboren puppy’s kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet regelen en ze raken snel onderkoeld. Als de moeder er niet is moet jij zorgen dat ze warm blijven.

   • Stel de kamertemperatuur zo in dat jij je prettig voelt in een korte broek en een T-shirt.
   • Zorg voor extra warmte in het hoekje van de puppy’s door een warmtekussen onder het bedje te leggen. Zet de stand op ‘laag’ zodat ze niet oververhit raken. Pasgeboren puppy’s kunnen niet wegkomen als het te warm wordt.
7. 
   7
   Weeg de puppy’s elke dag. Gebruik een brievenweger om elke pup drie weken lang elke dag te wegen. Houd van elke pup de resultaten bij om zeker te zijn dat ze gezond zijn en genoeg voeding krijgen. Desinfecteer het bakje van de weegschaal telkens als je een pup gaat wegen. Gebruik een huishoud-desinfectiemiddel om het bakje schoon te maken en droog het dan af.

   • Let op of ze elke dag regelmatig aankomen. Je hoeft niet in paniek te raken als een pup een dagje niet aankomt of zelfs een onsje afvalt. Zolang hij levendig is en blijft eten, kun je afwachten en hem de volgende dag weer wegen. Als je pup dan nog niet aangekomen is bel je de dierenarts.
8. 
   8
   Zorg dat het bezoek geen schadelijke bacteriën naar binnen brengt. Bezoekers die de nieuwe puppy’s komen bekijken zijn de meest waarschijnlijke bron van infecties. Aan hun schoenen of handen kunnen bacteriën of virussen zitten.

   • Vraag het bezoek om hun schoenen uit te doen voordat ze de kamer binnenkomen waar je moederhond is.
   • Vraag het bezoek hun handen grondig te wassen met water en zeep voordat ze de puppy’s aanraken of oppakken. Aanraken en oppakken moet zo min mogelijk gebeuren.
9. 
   9
   Breng geen huisdieren in de buurt die niet bij het gezin horen. Andere dieren kunnen ziektes en bacteriën bij zich hebben die schadelijk zijn voor pasgeboren puppy’s. Ook de nieuwe moeder kan vatbaar zijn voor ziektes, die dan weer over kunnen slaan op de puppy’s. Houd dieren die niet van jezelf zijn de eerste paar weken na de geboorte uit de buurt.
   Advertentie

Methode 4

Methode 4 van 6:

De puppy’s helpen drinken bij de moeder

Pdf downloaden

1. 
   1
   Help de pup om moeders tepels te vinden. Een pasgeboren puppy is blind en doof, en kan de eerste 10 dagen nog niet lopen. Hij wurmt een beetje rond om moeders tepel te vinden en te kunnen drinken. Sommige pups kunnen een beetje hulp nodig hebben om te leren hoe ze moeten aanleggen.

   • Als je de pup wilt helpen moet je eerst je handen goed wassen en afdrogen. Pak het jonkie op en leg hem tegen de tepel aan. Hij maakt misschien wat zoekbewegingen met zijn mondje, maar als hij de tepel niet zelf vindt help je zijn kopje voorzichtig zo dat zijn lippen tegen de tepel aan liggen.
   • Misschien kun je een druppeltje melk uit de tepel drukken. De pup ruikt dat en dan legt hij aan.
   • Als de pup nog steeds niet aanlegt, steek je voorzichtig een vinger in een mondhoek om het mondje zachtjes open te maken. Dan leg je zijn open mondje over de tepel en laat hem weer los. Als het goed is gaat hij nu drinken.
2. 
   2
   Houd in de gaten hoe ze eten. Onthoud welk jonkie uit welke tepel drinkt. De achterste tepels produceren meer melk dan de tepels die meer naar voren liggen. Een pup die bij de voorste tepels drinkt kan minder melk binnenkrijgen dan eentje die bij de achterste tepel drinkt.

   • Als een pup minder aankomt dan de anderen, kun je proberen hem bij de achterste tepel aan te leggen.
3. 
   3
   Combineer geen moedermelk met flesvoeding. Als een moeder haar jonkies voedt maakt haar lichaam melk aan. Als er minder wordt gedronken wordt de melkproductie ook minder. En als er minder melk wordt aangemaakt loop je kans dat de moeder niet meer genoeg melk heeft om al haar jonkies voldoende te voeden.

   • Geef alleen flesvoeding als het absoluut noodzakelijk is! Bijvoorbeeld als de pup niet sterk genoeg is om het tegen zijn nestgenootjes op te nemen bij de strijd om de voeding. Het kan ook zijn dat de moeder meer jonkies heeft gekregen dan ze tepels heeft.
4. 
   4
   Zorg dat er voer en water voor de moeder onder handbereik staat. De moeder verlaat haar pasgeborenen niet graag, dus zorg ervoor dat ze makkelijk bij haar voer en water kan. Sommige teefjes gaan de eerste 2 – 3 dagen niet eens de doos uit. Als dat zo is, geef je het voer en het water in de doos.

   • De puppy’s kunnen dan zien hoe moeder eet.
5. 
   5
   Laat de puppy’s het eten van hun moeder onderzoeken. De puppy’s zijn de eerste 3 – 4 weken helemaal afhankelijk van moedermelk. Tegen het eind van deze periode gaan ze het eten van hun moeder onderzoeken, dat is een onderdeel van het afwenningsproces. In deze fase noemen we ze ook geen pasgeborenen meer.
   Advertentie

Methode 5

Methode 5 van 6:

Zorgen voor een weespuppy

Pdf downloaden

1. 
   1
   Reken erop dat je 24 uur per dag klaar moet staan. Als je een puppy met de hand op moet voeden moet je bereid zijn om je volledig in te zetten, vooral in de eerste twee levensweken van je puppy. In het begin hebben ze 24 uur per dag zorg en aandacht nodig.

   • Je moet waarschijnlijk vrij nemen van je werk om voor de puppy’s te zorgen, want de eerste twee weken hebben ze vrijwel voortdurend zorg nodig.
   • Hier moet je wel rekening mee houden voordat je met je teefje gaat fokken. Als jij het niet kunt opbrengen om voor weespuppy’s te zorgen moet je niet gaan fokken.
2. 
   2
   Koop kunstmelk. Als je puppy’s geen moeder meer hebben zul je ze passende vervanging voor de moedermelk moeten geven. Vervangende moedermelk is ideaal. Dit is in poedervorm te koop (Lactol) en wordt aangemaakt met gekookt water (eigenlijk precies zoals flessenmelk voor baby’s wordt gemaakt).

   • Dit product is verkrijgbaar bij je dierenarts of bij de grote dierenspeciaalzaken.
   • Gebruik geen koeienmelk, geitenmelk of flessenmelk voor baby’s. De samenstelling daarvan is niet geschikt voor puppy’s.
   • Terwijl je op zoek bent naar het juiste product om de moedermelk te vervangen, kun je tijdelijk gebruik maken van koffiemelk met gekookt water. Voor een voeding neem je 4 delen koffiemelk of ongezoete gecondenseerde melk uit blik en mengt dat met 1 deel gekookt water.
3. 
   3
   Voer je pasgeboren puppy’s elke 2 uur. Puppy’s moeten elke twee uur drinken, dat betekent dat je ze elke 24 uur 12 keer moet voeden.

   • Volg de instructies op de verpakking om de vervangingsmelk klaar te maken (meestal wordt 30 gram poeder vermengd met 105 ml gekookt water).
4. 
   4
   Let op een teken dat je puppy honger krijgt. Een puppy dat honger krijgt wordt luidruchtig. Hij gaat piepen en janken, normaal een teken voor zijn moeder dat ze moet komen voeden. Als de pup gaat spartelen en janken, en de laatste 2-3 uur niet gegeten heeft, kan het goed zijn dat hij honger heeft en gevoed moet worden.

   • De vorm van zijn buik kan ook een aanwijzing zijn. Omdat puppy’s nog maar weinig lichaamsvet hebben, ziet zijn buikje er plat of zelfs een beetje hol uit als zijn maag leeg is. Als zijn maag vol is, lijkt zijn buikje net een tonnetje.
5. 
   5
   Gebruik een fles en een speen speciaal voor hondjes. Hondenspenen zijn zachter dan die voor mensenbaby’s. Je kunt ze kopen bij dierenartsen en dierenspeciaalzaken.

   • In geval van nood kun je ook een oogpipetje gebruiken om de pup melk te geven. Je moet erg voorzichtig zijn met deze oplossing omdat je het risico loopt dat de pup met de melk teveel lucht binnenkrijgt. En daar krijgt hij buikpijn van.
6. 
   6
   Laat de pup eten totdat hij zelf ophoudt. Volg de richtlijnen op de verpakking van de vervangingsmelk om ongeveer te weten hoeveel hij nodig heeft. Die beste vuistregel is nog altijd om de pup net zo lang te laten eten tot hij geen honger meer heeft. Hij stopt vanzelf als hij vol is.

   • Hij gaat waarschijnlijk meteen slapen en als hij weer honger krijgt vraagt hij weer om eten, of na 2 – 3 uur.
7. 
   7
   Veeg zijn snoetje schoon na elke voederbeurt. Als de pup klaar is met eten veeg je zijn snoetje schoon met een watje dat in warm water is gedoopt. Daarmee imiteer je het teefje dat de puppy schoonmaakt en zo het risico op huidinfecties vermindert.
8. 
   8
   Steriliseer alles wat je bij de voeding gebruikt. Was alles af wat je voor het voeden van je puppy’s gebruikt en steriliseer het. Gebruik een vloeibaar desinfectiemiddel dat bedoeld is voor babyspullen, of een stoomapparaat.

   • Je kunt alles ook in water koken.
9. 
   9
   Veeg het kontje van de pup schoon voor en na elke voeding. Pasgeboren puppy’s plassen en poepen nog niet vanzelf maar hebben stimulatie nodig om dat te doen. Meestal doet het teefje dat door het gebied rond de anus (onder het staartje) te likken. Meestal doet ze dat voor en na het zogen.

   • Veeg het kontje van de pup af met een watje dat je in warm water hebt gedoopt, voor en na elke voeding. Dit stimuleert de pup om ontlasting en urine los te laten. Veeg alle poep en plas weg die eruit komt.
10. 
    10
    Begin na 3 weken het aantal voedingen te verminderen. Naarmate het jonkie ouder wordt, wordt zijn maagje groter en kan er meer voedsel in. Tegen de derde week geef je de pup ongeveer elke 4 uur te eten.
11. 
    11
    Houd in de gaten of je puppy’s warm genoeg zijn. Voel met je hand aan zijn lijfje. Een onderkoelde pup voelt koel of koud aan. Hij reageert ook minder en is erg rustig. Bij een oververhitte pup zijn de oortjes en het tongetje rood. Hij kan ook extra veel piepen, dat is voor hem de beste manier om uit de buurt van de warmtebron te komen.

    • De temperatuur van een pasgeboren pup moet tussen de 35 en 37 graden Celsius liggen. Na een week of twee gaat dat omhoog tot 38 graden Celsius. Maar je hoeft niet perse een thermometer te gebruiken. Overleg met je dierenarts als je vragen hebt of je zorgen maakt.
    • Als je een warmtelamp gebruikt, controleer dan regelmatig of de pups niet rood worden of huidschilfers krijgen. Als dat gebeurt haal je de lamp weg.
12. 
    12
    Pas de kamertemperatuur aan. Pasgeboren puppy’s kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet regelen, en koelen snel te veel af. Nu er geen moeder is ben jij degene die voor warmte moet zorgen.

    • Stel de kamertemperatuur zo in dat jij het warm genoeg hebt met een korte broek en een T-shirt aan.
    • Zorg voor extra warmte in de doos van de puppy’s door een verwarmingsdekentje onder de bodem te leggen. Stel de warmte in op ‘laag’ om het risico op oververhitting te voorkomen. Als pasgeborene kan de pup niet zelf wegkomen als het te warm wordt.
    Advertentie

Methode 6

Methode 6 van 6:

Zorgen voor de gezondheid van jonge puppy’s

Pdf downloaden

1. 
   1
   Ontworm de puppy’s na twee weken. Honden kunnen wormen en andere parasieten hebben die gezondheidsproblemen veroorzaken, daarom wordt het aanbevolen dat je ze een ontwormingskuur geeft zodra ze oud genoeg zijn. Er zijn geen speciale ontwormingskuren voor pasgeboren puppy’s. Maar fenbendazole (Panacur) is geschikt vanaf 2 weken.

   • Panacur is beschikbaar als vloeibaar ontwormingsmiddel; je kunt het met een spuitje voorzichtig in de mond van de puppy spuiten als hij melk heeft gedronken. De dosis is 2 ml per dag voor elke kilo lichaamsgewicht; geef drie dagen lang eenmaal per dag ontwormingsmiddel.
2. 
   2
   Wacht met het geven van een antivlooienbehandeling tot de puppy 6 weken oud is. Vlooienbehandelingen moet je nooit aan een pasgeboren puppy geven. De meeste vlooienbehandelingen hebben aanbevelingen voor een minimum leeftijd en gewicht, en momenteel is er geen product in de handel dat geschikt is voor pasgeboren puppy’s.

   • Pups moeten minstens 6 weken oud zijn voordat je selamectine kunt gebruiken (Stronghold in de UK en Revolution in de US) .
   • Puppy’s moeten minstens 8 weken oud zijn en meer dan 2 kilo wegen voordat je fipronil (Frontline) kunt gebruiken).
3. 
   3
   Begin met immuunbehandelingen als de puppy’s 8 weken zijn. Puppy’s krijgen van hun moeder een bepaald immuunsysteem mee, maar ze hebben extra immuniteit nodig om ze gezond te houden. Overleg met je dierenarts over een goed immunisatieschema.
   Advertentie

Tips

• Pak je pasgeboren puppy pas op als hij zijn oogjes open heeft en begint te lopen, anders wordt de moeder boos!

Advertentie