Een tractor onderhouden

Als je een tractor goed onderhoudt, gaat hij jaren langer mee. Er zijn wel een paar specifieke verschillen tussen het onderhoud van een tractor en dat van andere voertuigen. Verder is er, omdat er heel veel verschillende soorten en tractormerken zijn, geen eenduidige onderhoudsgids voorhanden, die overal toepasselijk is op alle tractortypes. Maar het volgen van de volgende stappen helpt wel.

Stappen

Pdf downloaden

1
Bestudeer de gebruikershandleiding. De fabrikant geeft specifieke instructies voor het basisonderhoud van je apparatuur, en zij hebben ook de expertise om je van het beste advies te voorzien om dat uit te voeren. Als je geen handleiding hebt, zorg dan dat je er een te pakken krijgt. Hier zijn een aantal zaken die je in de gebruikershandleiding zou moeten terugvinden:
- Onderhoudsschema. Dit geeft de intervallen voor routineonderhoud aan, waaronder smering van onderstel, motor, versnelling en het verversen van hydraulische olie, het vervangen van filters en andere onderhoudszaken.
- Specificaties. Dit is een tabel die de soorten vloeistof aangeeft voor de versnelling, het hydraulische systeem, de remmen en de koeling, en de respectievelijke vermogens daarvan. Bandenspanning, aanhaalmomenten en andere informatie kun je ook bij de specificaties of elders in de handleiding vinden.
- Locatie van de smeerpunten (smeeraansluitingen), peilstokken voor vloeistof of kijkglaasjes, en instructies voor het schoonmaken van lucht- en brandstoffilters.
- Gebruiksinstructies en andere informatie over jouw tractor.
Tractoronderhoud vraagt om verschillende tangen en sleutels in een ander formaat dan wat bij het onderhoud van auto's gebruikelijk is, dus plan om dergelijk gereedschap aan te schaffen of te lenen.
Omdat de meeste kleinere landbouw- of tuinbouwtractoren geen cabine hebben om de zetel, de instrumenten en de metalen onderdelen te beschermen, is het een goed idee om hem in een schuur of garage te stallen. Als dat niet mogelijk is, hou de regen dan weg van het uitlaatsysteem en bedek de zetel en de instrumenten.
Het gebruik van een tractor wordt in uren en niet in kilometers bijgehouden, dus de hoeveelheid gebruik kan niet opvallen en lekkende onderdelen kunnen zorgen voor dure uitval. Kijk in de gebruikershandleiding om te zien hoe de vloeistoffen worden nagekeken.• Kijk de motorolie na.• Kijk de versnellingsbakolie na.• Kijk de koelvloeistof in de radiator na.• Kijk de hydraulische olie na.• Kijk het elektrolyt in de accu na.
Vanwege de vorm is lage bandenspanning niet altijd duidelijk te zien. Achterbanden hebben normaal gesproken een spanning van tussen de 12 en 20 PSI, terwijl de voorbanden tot 32 PSI kunnen hebben. De achterbanden van landbouwtractoren moeten gevuld zijn met ballast, met name als je een apparaat trekt, waarbij maximale trekkracht vereist is. Meestal bestaat deze ballast uit water met een oplossing van antivries.
Als jouw tractor met een hydraulisch systeem is uitgerust, heeft hij hogedrukslangen of –buizen en breuk in deze vloeistofkanalen kan leiden tot uitval van onderdelen (de hydraulische pomp), verlies van stuurvermogen of andere problemen. Als een slang (of riem) er beschadigd, versleten of gebarsten uitziet, vervang die dan meteen. Als aansluitingen of verbindingen lekken, zet ze dan vast of vervang de pakkingen.
Veel tractoren hebben mechanische remmen, die door een systeem van koppelingen en nokken worden bediend, in plaats van door een meester/slaaf-vloeistof systeem. Deze remmen bevinden zich bij de achterassen en werken onafhankelijk van elkaar, zodat ze ook kunnen worden gebruikt om de tractor door krappe bochten te sturen of om de rijrichting om te keren. De rempedalen worden vastgezet voor het rijden op de weg, om te voorkomen dat een pedaal zichzelf per ongeluk inschakelt waardoor de tractor bij hoge snelheid rond gaat draaien.
8
Hou de meters in de gaten. Houd de temperatuur en de toerenteller in het oog.
- De temperatuurmeter moet in het normale operationele gebied staan, maar zodra de meter zegt dat de temperatuur boven de 100 graden Celsius komt is sprake van oververhitting.
- Bij een dieselmotor moet de oliedruk tussen de 40 en 60 PSI zijn.
- De toerenteller geeft aan hoeveel omwentelingen de krukas per minuut maakt. Dieselmotoren zijn ontworpen om op lagere toeren en koppel te draaien dan benzinemotoren, en het is daarom niet aan te raden om de motor teveel toeren te laten maken of op het maximale aantal toeren te laten werken.
9
Kijk de filters regelmatig na. De meeste systemen op tractoren zijn uitgerust met filters tegen vuil, water of andere verontreinigingen, die tot uitval van onderdelen kunnen leiden.
- Kijk het brandstoffilter na op de aanwezigheid van water. De meeste dieselmotoren hebben, omdat dieselbrandstof vocht aantrekt, een waterscheidingsfilter.
- Kijk het luchtfilter vaak na. Tractoren worden vaak in stoffige omgevingen gebruikt en in sommige gevallen moeten de filters dagelijks of wekelijks schoongemaakt worden. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of met perslucht, maar was het nooit uit. Vervang het filter als het niet meer goed schoongemaakt kan worden of als het beschadigd is.
Tractoren worden vaak gebruikt in omstandigheden waarin vuil zich op de radiator vast kan zetten, dus ze zijn daarom vaak uitgerust met een voorscherm of grill om te voorkomen dat plantaardig materiaal, insecten of stuifmeel de radiator verstopt.
11
Hou je tractor goed gesmeerd. Tractoren hebben veel meer bewegende delen dan auto's. Als je een onderdeel ziet dat beweegt, zoek dan naar het bijbehorende smeerpunt en smeer de boel. Gebruik een smeerpistool, maak de aansluiting schoon, sluit de slang aan en pomp vet totdat de bijbehorende pakking uit begint te zetten of totdat er vet uit het punt dat je smeert begint te lopen. Zoek naar smeerpunten op onderdelen van de stuurinrichting, de aansluitpunten voor de remmen en de koppeling, en op de driepuntige trekpennen.
- Oudere tractoren hebben speciale smeermiddelen voor de versnellingsbak nodig. Vaak delen het hydraulische systeem en de achteraseenheid dezelfde vloeistof, en het gebruik van de verkeerde vloeistof kan serieuze schade opleveren.
Als je je tractor gebruikt voor het bewerken van land of voor maaiwerk, moet een voor het werk geschikte hulpstuk worden gebruikt. Trek bijvoorbeeld geen maaier van 2,5 meter met een tractor met 35 paardenkracht.
Hierdoor zie je beschadigde onderdelen en lekkage eerder en kun je kijken of de problemen door vuil worden veroorzaakt.
Advertentie

Tips

Laat tractoren – vooral tractoren met een dieselmotor – die lang ongebruikt zijn geweest altijd goed opwarmen. Laat de toeren net na het opstarten niet teveel oplopen. Hydraulische tilinrichtingen, hydraulische pompen en oliepompen kunnen leeglopen terwijl een tractor niet wordt gebruikt en er kan daardoor schade aan deze onderdelen ontstaan.
Als je smeernippels smeert, kun je het beste in belaste en onbelaste staat smeren, omdat het vet in elke positie alleen tot de onbelaste ruimte doordringt. Door in beide posities te smeren bereik je een betere smering.
Hou een gedetailleerd onderhoudsboek bij. Geplande onderhoudsintervallen vind je meestal in de gebruikershandleiding, maar veel tractoren worden onvoldoende gebruikt om aan het uren-vereiste voor olie verversen enz. te komen, dus dit soort dingen kun je vaak beter elk jaar herhalen.
Het loont om de accu in de gaten te houden. Sommige tractoren worden weinig gebruikt en dan kan de accu zijn lading verliezen. Kijk het elektrolyt na en laad de accu, als de tractor niet wordt gebruikt, elke maand op. Als je verwacht dat de tractor voor langere tijd stil zal staan, zorg er dan voor dat je de motor elke maand start en de motor helemaal laat opwarmen.
Leer, als je de tractor gebruikt voor werk in het veld waarvoor verschillende wielbases nodig zijn, om de wielen om te draaien. Sommige apparatuur, zoals ploegen en maaiers, werken beter op een smalle wielbasis, terwijl je voor et planten en bewerken van gewas vaak de grootste wielbasis nodig hebt.
Ken de locatie van vulpluggen, interne filter en aftappluggen op je machine te vinden. Oudere tractoren zijn niet altijd uitgerust met handige peilstokken voor het nakijken van de vloeistof in de achteraseenheid of de hydrauliek. Ze hebben vaak een vulplug aan de zijkant van de behuizing, waarop is aangegeven tot welk niveau de olie moet worden bijgevuld.
Kijk de wielmoeren na. De moeren op de grote achterwielen raken vaak los als ze niet goed worden aangedraaid.

Advertentie

Waarschuwingen

Laat nooit passagiers op een rijdende tractor zitten. Tractoren zijn eenpersoonsmachines, die vaak gevaarlijke apparaten trekken, en er is eenvoudig geen veilige plaats voor passagiers.
Verwijder geen beschermkappen, deksels of andere veiligheidsvoorzieningen.
De remvoering van veel tractoren bevat kankerverwekkend asbest. Blootstelling aan remstof betekent blootstelling aan asbest.
Lees en begrijp de instructieboekjes van alle apparaten, die je voor je tractor aanschaft.
Maak nooit een sleepkabel of -ketting aan de as of trekstang vast om boomstronken of zware ladingen te trekken. Als de voorwaartse beweging van de tractor stagneert, kunnen de wielen door blijven draaien waardoor de tractor achterover slaat op de bestuurder.
Zet, voordat je eraan gaat werken, de motor uit en laat die afkoelen. De motor van een tractor ligt veel meer open dan die van een auto en geleidewielen, ventilatoren en riemen kunnen erg gevaarlijk zijn. De uitlaat, inclusief de demper, die vaak boven de motorkap van een tractor uitsteekt, kan in bedrijf erg heet worden.

Advertentie

Benodigdheden

Gereedschap om de filters te onderhouden, slangen en riemen vast te zetten en onderdelen bij te stellen.
Gebruikershandleiding en indien mogelijk een werkplaatsboek.