Bandenspanning controleren van autobanden

Pdf downloaden

Pdf downloaden

In dit artikel:

Bandenspanning controleren

Overwegingen omtrent prestaties

Tips en waarschuwingen

Gerelateerde artikelen

Bronnen

Verkeerde bandenspanning kan leiden tot hoger brandstofverbruik, ongelijkmatige slijtage en zelfs klapbanden. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat je regelmatig, in ieder geval elke maand, je bandenspanning controleert.

Stappen

Deel 1

Deel 1 van 2:

Bandenspanning controleren

Pdf downloaden

1. 
   1
   Controleer je banden als ze koud zijn. Je banden zijn koud als je niet meer dan 2 kilometer hebt gereden met de auto. Als je langer rijdt warmt de lucht in de banden op, de lucht zet dan uit, waardoor je een onnauwkeurige meting krijgt.
2. 
   2
   Kijk in de gebruiksaanwijzing of in de deuropening aan de chauffeurskant om de juiste bandenspanning te vinden. Als je de deur van de auto opent zul je waarschijnlijk een sticker vinden met de aanbevolen bandenspanning. Soms moet je een hogere bandenspanning aanhouden, zie onder.

   • Bij de meeste auto's wordt een bandenspanning van tussen 1,9 en 2,2 bar aanbevolen, maar bij sommige auto's kan het oplopen tot wel 2,7 bar.
   • Bij grote auto's met veel massa wordt vaak een hoge bandenspanning aanbevolen, tot wel 3,2 bar.
   • Vaak is de aanbevolen bandenspanning verschillend voor de voor-en achterbanden.
3. 
   3
   Draai de ventieldop van het ventiel. Het ventiel vind je bij de wieldop, het is een zwart staafje, ongeveer 2-3 cm lang.
4. 
   4
   Druk de spanningsmeter gelijkmatig op het ventiel en kijk wat de meter aangeeft. Als je een sissend geluid blijft horen zit de spanningsmeter niet goed op het ventiel. Druk de spanningsmeter nogmaals stevig aan.

   • Als je een digitale spanningsmeter gebruikt zou het kunnen dat je op een knopje moet drukken om de spanning af te lezen. Een spanningsmeter met een ouderwetse wijzer zal meteen de bandenspanning aangeven.
5. 
   5
   Als de afgelezen spanning overeenkomt met de aanbevolen spanning hoef je niets meer te doen. Als de spanning te laag is moet je lucht bijvullen. Zorg dat je niet te veel bijvult.
6. 
   6
   Doe de ventieldop terug op het ventiel. De lucht kan niet ontsnappen als er geen ventieldop is, maar zonder ventieldop komt er vuil en vocht in het ventiel.
   Advertentie

Deel 2

Deel 2 van 2:

Overwegingen omtrent prestaties

Pdf downloaden

1. 
   1
   Begrijp goed dat de aanbevolen bandenspanning niet altijd de optimale spanning is in alle omstandigheden. Bij gemiddelde rijomstandigheden zijn de aangegeven specificaties waarschijnlijk optimaal, maar vaak kun je brandstof besparen door iets meer lucht in je banden te doen. Maar ga hier niet te ver in: te veel lucht zorgt voor hobbelig en oncomfortabel rijgedrag.
2. 
   2
   Begrijp goed wat wordt bedoeld met de maximale bandenspanning die wordt aangegeven door de fabrikant in de gebruiksaanwijzing of op de sticker. Veel mensen denken dat de band zal klappen als de maximale bandenspanning wordt overschreden. Dat is niet waar, de maximale bandenspanning wordt aanbevolen bij het maximale laadvermogen.

   • Zeker nieuwe banden kunnen een bandenspanning aan die hoger is dan de maximaal aanbevolen spanning, alhoewel het waarschijnlijk niet heel goed is voor de banden.
   • Het gevaar van een klapband wordt groter bij een hogere bandenspanning dan aanbevolen. Een gat in de weg bij hoge snelheid kan dan al voor een klapband zorgen.
3. 
   3
   Voeg wat extra lucht toe aan de banden als je zware lading hebt. Als je een langere periode veel mensen en/of veel lading in je auto hebt is het een goed idee om wat meer lucht in je achterbanden te doen. Vergeet niet om de banden weer op normale spanning te brengen als de auto weer leeg is.
4. 
   4
   Controleer de bandenspanning elk seizoen. De bandenspanning wordt lager bij koud weer en hoger bij warm weer. Daarom is het belangrijk om de bandenspanning te controleren als de seizoenen veranderen.
5. 
   5
   Denk niet dat je aan een band kunt zien wat de bandenspanning is. Het is heel moeilijk om het verschil te zien tussen 0,7 en 1,4 bar. Daar komt bij dat er normaal gesproken altijd een kleine bobbel te zien is aan de zijkant van de banden waar de banden de weg raken. Als je de banden opblaast totdat deze bobbel weg is staat er veel te veel spanning op de banden.
   Advertentie

Tips

• Als je de banden harder opblaast dan de aanbevolen bandenspanning zou het kunnen dat je minder brandstof verbruikt en dat de auto makkelijker stuurt. Het rijgedrag zal wel hobbeliger zijn. Ga niet verder dan de maximaal aangegeven bandenspanning. Test de auto om te voelen hoe het rijdt.
• Gebruik altijd een bandenspanningsmeter om de spanning vast te stellen. Vertrouw niet op je ogen.
• Zonlicht verwarmt de lucht in banden. Hou dit in gedachten als je de bandenspanning meet aan de kant waar de zon op de banden schijnt.
• Verhoog de bandenspanning als je langere tijd meer lading gaat vervoeren.
• Als je toch met de auto moet rijden om lucht bij te vullen, meet dan eerst de spanning voor het wegrijden. Stel voor het rijden vast hoeveel lucht je moet bijvullen en vul dan bij het tankstation deze hoeveelheid bij, ongeacht de nieuwe meting (de bandenspanning zal hoger zijn na het rijden).
• De maximale spanning die op de band wordt aangegeven is de maximale koude spanning onder maximale lading.

Advertentie

Waarschuwingen

• Een te hoge bandenspanning verhoogt het risico op een klapband.
• Vertrouw niet alleen op een bandenspanningsmeter bij een tankstation. Deze meters worden vaak mishandeld en geven daardoor geen nauwkeurige meting. Gebruik liever een eigen bandenspanningsmeter.
• Een band met te weinig lucht zorgt voor een langere remweg, meer brandstofverbruik en een kortere levensduur. De band kan klappen door verhitting en zelfs van het wiel rollen in noodsituaties.

Advertentie

Benodigdheden

• Een bandenspanningsmeter van goede kwaliteit. Gereedschap van hoge kwaliteit betaalt zichzelf uiteindelijk terug.
• Een compressor (bij de meeste tankstations te vinden).