Aan de verkeerde of de goede kant breien

Pdf downloaden

Pdf downloaden

In dit artikel:

Steken inspecteren

Patrooninstructies lezen

Tips en waarschuwingen

Gerelateerde artikelen

Bronnen

Als je nog nooit gebreid hebt, raak je misschien in de war als een breipatroon zegt dat je aan de goede kant (GK) of de verkeerde kant (VK) moet breien. Maak je geen zorgen - het is in het begin voor iedereen verwarrend! In principe is de goede kant (GK) de voorkant van je project. Als het patroon zegt dat je een naald (GK) moet breien, betekent dit dat die naald naar de voorkant gaat. De verkeerde kant is de achterkant, dus als een patroon zegt om een naald te breien (VK), dan komt die naald aan de achterkant van het voltooide project.

Stappen

Methode 1

Methode 1 van 2:

Steken inspecteren

Pdf downloaden

1. 
   1
   Kijk naar naalden van verhoogde, golvende steken, om de verkeerde kant te vinden. Golvende steken worden averechte genoemd en deze golven verschijnen altijd aan de verkeerde kant van het breiwerk. Als je golvende averechte steken ziet, kijk je naar de verkeerde kant. De kant met platte, gebreide steken is de goede kant (of ook de gebreide kant).

   • De goede kant voelt platter en gladder aan dan de verkeerde kant.
2. 
   2
   Gebruik de eerste naald om de goede kant te herkennen, als de kanten er identiek uitzien. Patronen met een ribbelsteek hebben geen golvende averechte steken aan de verkeerde kant. In plaats daarvan zien beide kanten van het werk er identiek uit. Om de goede kant te vinden, controleer je waar de staart is na het opzetten van de steken. Als de losse staart op die plaats zit, kijk je naar de goede kant van het werk.

   • De eerste rij en elke oneven genummerde rij daarna is met de goede kant naar boven.
   • Voor breiwerken die geen kleding zijn, zoals speelgoed of dekens, is het werkstuk omkeerbaar. Beide kanten kunnen de goede kant zijn.
3. 
   3
   Controleer op kolommen van golvende, hobbelige steken, om de verkeerde kant te herkennen. Ribbelpatronen hebben verticale, afwisselende kolommen van gebreide en averechte steken. De kant met verticale rijen van golvende averechte steken, is de verkeerde kant.
4. 
   4
   Zoek een naald met een gat, om de verkeerde kant van meerkleurig werk te herkennen. Als het werkstuk meer dan één kleur garen heeft, kijk dan goed naar de rij waar een kleur overgaat in de volgende kleur. De kant die een naald laat zien met een kleine tussenruimte tussen de kleuren, is de verkeerde kant. De goede kant ziet er normaal uit en heeft geen openingen tussen de naalden.

   • Deze truc werkt voor alle steken die er identiek uitzien, zoals de ribbelsteek.
5. 
   5
   Kijk naar los garen om de verkeerde kant te herkennen. Als je een bepaald patroon breit met meerdere kleurwisselingen, is het makkelijk om de kanten uit elkaar te houden! De goede kant is de kant met de stiksels en het kleurrijke patroon erop. De verkeerde kant heeft losse draden en de steken zien er willekeurig uit.
   Advertentie

Methode 2

Methode 2 van 2:

Patrooninstructies lezen

Pdf downloaden

1. 
   1
   Let op: GK is de goede kant en VK is de verkeerde kant. Breipatronen gebruiken GK (goede kant) en VK (verkeerde kant) om aan te geven wat voor steek je moet doen voor die rij. Bijvoorbeeld: de instructies voor een tricotsteek kunnen er ongeveer zo uitzien:

   • Naald 1 (GK): Recht.
   • Naald 2 (VK): averecht.
2. 
   2
   Draai het werk aan het eind van elke naald om, om aan de andere kant verder te werken. Wanneer alle steken op een breinaald op de andere breinaald staan, is het einde van een naald of rij steken bereikt. Sla het werk om en plaats de naald met de steken erop in je linkerhand en begin de volgende naald.

   • Als je bijvoorbeeld een tricotsteek breit, sla het werk dan om als je het einde van de eerste naald hebt bereikt en brei de volgende naald met averechte steken. De patroonbeschrijving kan er dan zo uitzien:
     • Naald 1 (GK): Recht.
     • Naald 2 (VK): averecht.
3. 
   3
   Zie of even en oneven naalden op het patroon zijn aangegeven. De eerste naald van een breipatroon wordt beschouwd als de goede kant, en de tweede naald wordt beschouwd als de verkeerde kant. Omdat één een oneven getal is, zijn alle oneven naalden met de goede kant naar boven. De even naalden zijn aan de verkeerde kant.
4. 
   4
   Markeer de oneven rijen op het patroon om te zien welke kant welke is. Als je patroon geen even of oneven rijen aangeeft, zoek dan de eerste rij op het papieren patroon en markeer die. Markeer daarna alle oneven genummerde rijen. Op die manier weet je, als je naar het patroon kijkt, dat de gemarkeerde rijen de goede kant zijn en de even rijen de verkeerde kant.

   • Je zou dit bijvoorbeeld op je patroon markeren, aangezien het de eerste rij is:
     • Naald 1 (GK): K1, kfb, brei tot het einde [1 st inc].
   Advertentie

Tips

• Om het jezelf in de toekomst gemakkelijker te maken, markeer je de goede kant van je werk met een stekenstift. Op die manier kun je, als je je breiwerk oppakt, meteen zien welke kant de goede kant is, zelfs als de twee kanten er identiek uitzien.

Advertentie